Interview Meander

‘Een surfer uit Brabant.’

Door Eva Meylink

Fotografie Rick Heijne

Toen Meander drie jaar geleden na zijn eerste surfles bij het Surf Project in Ouddorp zijn board opruimde, zei hij tegen zijn moeder Famke: ‘Nu heb ik dus een probleem. Ik ben verslaafd.’ Famke begreep het niet helemaal. ‘Waar gaat dit over, Meander?’ ‘Nou’, zei die vervolgens: ‘Ik ben verslaafd, aan surfen. En ik woon in Brabant!’ 

 

Hij werd zelfs een beetje boos op zijn moeder, na die betreffende surfles. ‘Waarom heb je dit niet eerder gezegd? Dit is het gewoon!’ Famke lacht. ‘Meander is altijd buiten, maakt niet uit wat voor weer het is. We hadden weleens gekeken naar een sport, maar dan zei hij daarna: “In zo’n zaal, in zo’n team, het draait allemaal om winnen: ik vind het niks.” Daarom waren die sporten van korte duur. Toen kwam het Surf Project voorbij, via een mailtje van de Stichting Down Syndroom. Ik dacht meteen: dat is interessant. Ik heb hem opgegeven en heb met opzet niets gezegd. Eerst maar proberen of het lukte. Daarop kwam al vrij snel een heel zorgvuldig mailtje terug, met het antwoord dat Meander mee mocht doen. Toen moest ik het natuurlijk tegen hem zeggen. “Het Surf Project, wat is dat?”, zei hij. “Nou”, antwoordde ik, “het is in ieder geval in zee.” “Dat is ok”, zei Meander. “Daar kom ik graag, dus dat doen we.”

Kippenvleugels en apenstand

Hoe voelde het voor Meander, zo’n eerste keer op een surfplank? ‘Ik werd heel rustig van binnen’, zegt hij. ‘Het is fijn, die stilte, de zee, de duinen.’ Meander houdt van de natuur. Niet voor niks wil hij later boswachter worden. Daarvoor zit hij op een speciale school. Vaak krijgen ze les in de kas of werken ze in de moestuin. Hij loopt ook stage, in een natuurgebied. Hele bomen moet hij daar snoeien en zagen. Je moet dan goed met elkaar overleggen waar de boom valt. ‘Van onderen!’, roept Meander dan.

Wie in zijn klerenkast kijkt, ziet zijn twee passies weerspiegeld in de kleuren. Groen, bruin en blauw; het bos en de zee. Niet alleen daarin is Meander gepassioneerd. Zoals het een surfdude betaamt, luistert hij naar de muziek van Jack Johnson. Iedere dag doet hij aan ochtendgymnastiek. Surfen op bed, noemt hij het. Famke: ‘Dan hoor ik elke ochtend gestommel en gebonk en Meanders stem: “Kippenvleugels, apenstand, ja!”. En dat een keer of veertig.’ Lachend: ‘Er is al een plank uit de lattenbodem gebroken. Meander zegt dan: “Ik had vette golven vanmorgen”. En ’s avonds trekt hij geen wetsuit aan, maar een “bedsuit”.

 

Fotografie Rick Heijne

Fotografie Rick Heijne

“Ik neem de zeekracht gewoon mee.”

Ook gedurende hun kampeerweekenden, die Famke vanwege de lange reistijd plant tijdens de lessen van het Surf Project, pakt Meander het professioneel aan. Famke: ‘Thuis pakt hij altijd een zak muesli in. Omdat hij energie moet hebben voor het surfen.’

Golven nemen in het leven

Dat Meander talent heeft voor het surfen, bleek al tijdens de eerste les. Hij ging meteen staan. Zijn begeleider Maarten wist het daarom wel: ‘Meander, ik denk dat surfen echt iets voor jou is.’ Inmiddels heeft hij een andere begeleider, Mike. Over hem is Meander ook zeer te spreken. ‘Hij is rustig en vrolijk en met hem kan ik over de natuur praten.’ Famke: ‘Laatst stonden ze met hun neuzen tegen het zand gedrukt een roggenei te bestuderen. Of ze spotten vogels terwijl ze in zee liggen. Maar Meander moet ook hard werken, want hij wil naast het staan ook leren sturen. Mike surft goed, dus dat werkt motiverend. Ook als het weer niet zo goed is, wordt er gesurft. Soms waait het hard, dan is er stroming. Regen maakt niet uit, want tijdens het surfen ben je toch al nat. Laatst hagelde het zelfs, toen zei Meander: “We gaan door, want ik wil het leren”.’

Voordat Meander aan het Surf Project meedeed, kon hij van iets onverwachts weleens in de stress schieten. Famke: ‘Dan kon hij niet zo snel omschakelen. Maar sinds hij met het Surf Project meedoet, is hij een stuk relaxter geworden. Net zoals je golven neemt tijdens het surfen, denkt hij ook in het dagelijks leven: ach ja, weer een golf. “Ik neem de zeekracht gewoon mee”, zegt Meander dan.’ Famke lacht. ‘Wij hebben in Brabant op andere tijden vakanties dan in deze provincie. Daarom valt het Surf Project voor Meander aan het eind of aan het begin van het schooljaar. In die periodes is het op school vaak wat rommeliger, is er minder structuur. Dat vond Meander altijd heel vervelend, dat kostte veel energie. Nu heeft hij door het Surf Project in de weekenden zoiets van: ik ben lekker aan het surfen, we zien wel of dat rooster in orde komt. Zelfs dat de juffen op school zeiden: wat gebeurt er? Hij houdt zijn koppie erbij, is veel geconcentreerder. Ineens leert hij veel sneller, heeft hij zijn werkboekje al uit en tijdens de toets bleek Meanders leerniveau omhoog te zijn gegaan.’

Surfen in je hoofd

Niet alleen Meander ondervindt de positieve gevolgen van het Surf Project, ook Famke zelf.

‘Toen Meander snel gestrest raakte van dingen, moest ik geruststellen, bijspringen. Nu kan ik gewoon zeggen: joh, het is maar een golf. En dan zegt Meander: o ja! Daardoor hebben we niet zo lang gedoe. Het wordt veel makkelijker en gezelliger allemaal.’ Famke lacht. ‘Ik vind dat wel een meerwaarde.’

Tijdens de winter is het aftellen voordat het Surf Project weer begint. ‘We hebben tijdens die periode kleine dingetjes waarin het surfen doorloopt: een agenda met foto’s, T-shirts van het Surf Project. Meander heeft zelfs een winter plantenstekjes gekweekt en verkocht, zodat andere kinderen van de opbrengst ook mee konden doen aan het Surf Project. Tussendoor probeer ik de referentie naar het surfen in te zetten als iets bijvoorbeeld lastig is. “Nou, weet je nog, bij het surfen?” “Oh ja”, zegt Meander dan, “doen we even!” Zoals die keer dat Meander naar de tandarts moest. Het zou een lange en ingewikkelde behandeling worden. Ook voor de tandarts was het een uitdaging. Daarom hadden we van tevoren geoefend met “surfen in je hoofd”.’ 

Fotografie Frank Eerland

Fotografie Frank Eerland

Meander legt uit. ‘Dan ga ik mij eerst heel lang uitrekken, ontspannen. Ogen dicht en dan denk ik even niks. Ik zie het strand, de duinen.’ Famke: ‘We hadden tegen de tandarts gezegd: doe maar wat je moet doen, Meander is er even niet, die is aan het surfen. Meander had bedacht: dan pak ik mijn board, ga ik de zee in, ga ik lekker surfen, golven pakken, zolang als het duurt. Op gegeven moment zei de tandarts: “Joehoe Meander, we zijn klaar, joehoe!” Daarop zei Meander: “Oh jammer, ik was net zo lekker aan het surfen.” Hard lachend: ‘Die tandarts wist niet hoe hij het had. Surfen doet Meander dus al lang niet meer alleen op zee, hij neemt het elke dag mee.’

Leren hulp te vragen

‘We bedenken elk jaar iets wat Meander nog lastig vindt en wat hij graag wil leren’, zegt Famke. ‘Als Meander dan toch gaat leren surfen, dan wil hij ook iets over zichzelf leren. Eigenlijk hebben wij vanaf het begin gezegd: Meander vindt om hulp vragen lastig. Op school, thuis.’ Tegen Meander: ‘Maar jij wilt zo graag leren surfen, dat jij bij alle begeleiders wel om hulp begon te vragen. “Ik mis die golf steeds, wil jij mij helpen? Ik val steeds van die plank af, wil jij mij helpen?” Dat doe je nu ook op je stage, waar het helemaal nieuw is en waar je bijna niemand kent. Ik vind dat echt iets wat Meander heeft geleerd van het Surf Project.’

Dat doorzetten wordt beloond, ondervond Meander tijdens een van de lessen. Het waaide hard, er was stroming, de golven waren hoog. Maar Meander dacht: ik wil een golf pakken. Famke: ‘Toen dat lukte was je helemaal enthousiast en plop, wat dook er naast je surfplank op? Een zeehond. Dat was een magisch moment.’

 

Een moment dat ook zeker in het heen-en-weer-schrift van school kwam, waarin alle leerlingen hun ervaringen van het weekend schrijven. ‘Mijn vrienden vinden het cool en leuk dat ik surf. Ze vinden het heel stoer’, zegt Meander. ‘Op vrijdag zeggen ze: ga je weer surfen, ga je weer naar zee? En na het weekend: heb je golven gepakt?’ Famke: In dat schrift zitten dus op maandag allemaal foto’s van het surfen.’ Het zit erop, de laatste les van het surfseizoen. Dat wordt weer aftellen tijdens de wintermaanden. ‘Er is geen wintersport die tegen het surfen op kan’, zegt Famke. Of Meander ter afsluiting nog iets wil zeggen. Jazeker, daar heeft hij over nagedacht. ‘Het Surf Project is zo leuk, dat ik ervoor uit Brabant kom!’

 

Op moment van schrijven is Meander druk aan het tuinieren in verschillende tuinen bij mensen thuis. Niet alleen verbetert hij zo zijn vaardigheden, ook kan hij er een beetje mee verdienen. Waar spaart Meander dan voor? Nou, voor een eigen surfboard!